De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie

Pieter Beijen (1824-1878) en zijn nakomelingen

Pieter Beijen (12.3) was de oudste zoon van de op de vorige pagina genoemde Amel Beijen. Hij werd in 1821 geboren in Noord-Polsbroek. In 1847 trouwde hij in Benschop met Hendrina Hermina Maaijen. Zij was in 1824 geboren in Benschop. Haar eerste voornaam werd in latere stukken meestal als Hendrika geschreven
Pieter en Hendrina kregen tien kinderen, van wie er drie jong overleden.

Pieter was gedurende zijn hele werkzame leven boer in Benschop.
Hiernaast staat een bericht over een inbraak bij Pieter Beijen dat in 1852 verscheen in het Algemeen Politieblad.

Pieter overleed in 1878. Hendrina bleef daarna met haar kinderen op de boerderij wonen. Haar zoons Gerrit, Amel en Hendrik deden waarschijnlijk het zware werk. Nadat Hendrik en Gerrit in 1893 en 1894 waren getrouwd en verhuisd, bleef de ongetrouwde Amel met zijn moeder en eerst nog een van zijn zussen over.
Hendrina overleed in 1906, 28 jaar na haar man.

Over drie van de kinderen van Pieter en Hendrina volgt hierna iets meer.

Gerrit Beijen (1849-1927)

Gerrit Beijen (13.2), Pieters oudste zoon, werkte lange tijd als boer op de ouderlijke boerderij. Pas in 1894, toen hij 45 was, vertrok hij daar: Gerrit trouwde toen met de 17 jaar jongere Wijntje Hartman, die ook in Benschop geboren was. Gerrit ging met Wijntje wonen in het huis van Wijntjes familie.

Rond diezelfde tijn werd Gerrit jachtopziener en rentmeester voor jonkheer Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, bewoner van de buitenplaats Zeevliet in Benschop en eigenaar van veel landerijen in Benschop en omgeving. Later werd Gerrit daarnaast door Justitie aangesteld als onbezoldigd rijksveldwachter.
Het bericht hiernaast over Gerrits optreden tegen stropers komt uit het Utrechtsch Nieuwsblad van 15 oktober 1894.

Op de pagina over de schrijver Herman de Man en de familie Beijen wordt vermeld dat Gerrit Beijen model zou hebben gestaan voor een figuur uit het boek Rijshout en rozen: 'meneer Lafayette, die zooveel als Rentmeester was over 't goed van den gekken Jonker'.

Naast het werk voor Strick van Linschoten was Gerrit ook kastelein: hij had een café bij de dorpsbrug van Benschop, aan de noordkant van de wetering.

In januari 1904 kreeg Gerrit er nog een functie bij: de gemeenteraad van Benschop benoemde hem in de parttimefunctie van gemeenteontvanger. Zijn voorganger, Strick van Linschoten, had twee weken eerder ontslag genomen, waarschijnlijk om gezondheidsredenen. Dat zal wel te maken hebben gehad met zijn slechte gezondheid: Strick overleed enkele maanden later. Twee weken later benoemde de raad Gerrit Beijen tot gemeenteontvanger, waarschijnlijk op advies van Strick van Linschoten. Voor die functie was een borgstelling van 6000 gulden nodig en ook daar zorgde Strick voor: hij verleende de gemeente een hypotheek voor dat bedrag op een stuk land.

Gerrit en Wijntje kregen in 1895 een zoontje dat jong overleed, en daarna in 1901 opnieuw een zoon die wel volwassen werd.
Gerrit Beijen overleed in 1927, Wijntje Beijen-Hartman in 1945. Hun grafsteen is te zien op de pagina Grafstenen en andere gedenktekens.
Hun zoon Pieter Martinus Beijen (1901-1977) speelde een belangrijke rol in de sportwereld. Over hem wordt meer gezegd op de pagina Piet Beijen, onderwijzer, sportman en organisator.

Hendrik Beijen (1855-1925)

Hendrik Beijen (13.5) (1855-1925), een andere zoon van Pieter, werd net als zijn broers en zusters in Benschop geboren. Na zijn huwelijk met Eeltje Kool in 1893 verhuisde hij echter naar het naburige IJsselstein. Zeven generaties eerder was zijn voorvader Harman Beijen (6) van IJsselstein naar Benschop vertrokken.
Hendrik werkte onder andere als koopman in graan. Op de foto hieronder, die omstreeks 1910 is gemaakt, staat hij met zijn gezin voor zijn bedrijf aan de Hoge Biezen. Van links naar rechts: Wilhelmina (Mies) (14.8), Stijntje (14.6), Peter (Piet) (14.3), Jan (14.7), Hendriks vrouw Eeltje Beijen-Kool, Hendrik zelf, een knecht en Hendrik junior (14.9).

Hendriks zoon Jan Beijen (14.7) stichtte in 1926 in IJsselstein een aannemersbedrijf. Het Aannemersbedrijf Beijen (ook wel aangeduid als Beyen) is tweemaal overgegaan van vader op zoon en heeft tot 2013 bestaan.
Hendrik Beijen junior (14.9) (1905-1979), de jongste zoon van Hendrik, had aan de Hoge Biezen een garagebedrijf. Hendrik is niet zelf te zien op de foto hieronder uit de jaren dertig (afkomstig van de Historische Kring IJsselstein); de man op de motorfiets is zijn broer Jan Beijen, de hierboven genoemde aannemer.
Aan de vorm van de grote toegangsdeur is te zien dat het om hetzelfde pand gaat waar de vader van Hendrik een graanhandel had.

Anna Hendrika Hermina Beijen (1864-1944)

Anna Hendrika Hermina Beijen (13.10) (1864-1944), de jongste dochter van Pieter, trouwde met een achter-achterneef, Ruth Beijen, uit de subtak Gerrit.
De meeste huidige leden van de subtak Gerrit stammen af van Ruth en Anna, en hebben dus ook een rechtstreekse relatie met de subtak Dirk.


   De volgende pagina

De voorpagina
Het inhoudsoverzicht

De bovenkant van de pagina
Zoeken op deze website

Reacties of vragen