De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie

Frederik Beijen en zijn nakomelingen

Frederik (Freek) Beijen en Jannigje Brand

Frederik Beijen (12.24) was de jongste zoon van Gerrit Beijen, die genoemd wordt aan het eind van de pagina Maarten Beijen (1774-1834) en zijn kinderen. Hij werd in juni 1851 geboren op de boerderij van zijn ouders in Bodegraven. In het dagelijks leven werd hij waarschijnlijk Freek genoemd. In 1873 verhuisde hij naar Kamerik. Daar trouwde hij in april 1876 met Jannigje Brand, die in juni 1853 in Kamerik was geboren.
Direct na hun huwelijk verhuisden Freek en Jannigje naar Bodegraven. Ze kregen daar één kind. Na twee jaar, in 1878, verhuisden ze naar Linschoten. Daar werden nog negen kinderen geboren, van wie er twee jong overleden. Freek werd in Linschoten in de geboorteakten van zijn kinderen steeds als winkelier of koopman aangeduid. Het is niet bekend wat voor winkel hij had.



In 1903 verhuisde het gezin naar Leiderdorp en in 1905 naar Zoeterwoude. Freek was daar landarbeider. Het huis waar de familie in Zoeterwoude woonde stond aan de Roomburgerwatering tussen Zoeterwoude en Leiden bij de toenmalige Lammebrug. Het huis stond bekend als het Jagershuis; volgens verhalen had het gehoord bij een afgebroken kasteel. Mogelijk was Freek ook brugwachter van de brug en fungeerde het huis als dienstwoning. Op de foto hierboven staat Jannigje met haar zoon Gerrit en haar dochters Jannigje en Neeltje.
Tussen 1910 en 1919 liet de provincie Zuid-Holland ongeveer op de plaats van de Roomburgerwatering het veel bredere en diepere Rijn-Schiekanaal graven en kwam er een grotere Lammebrug.
Jannigje Brand overleed in 1922, Freek Beijen in 1931.

Rond 1960 werd er een nog grotere Lammebrug gebouwd, naast de plaats van de oude brug. Daarvoor moest het huis waar Freek Beijen en zijn gezin hadden gewoond worden gesloopt. De grond waar het huis heeft gestaan ligt onder de oprit van de huidige Lammebrug. Die brug lag tot 1966 op de grens van Leiden en Zoeterwoude en ligt nu helemaal in Leiden.

De kinderen van Freek en Jannigje



Hierboven staat een foto van Freek Beijen en zijn vrouw Jannigje Brand met hun familie, waarschijnlijk gemaakt ter gelegenheid van hun veertigjarige huwelijk in 1916. Alle acht volwassen geworden kinderen waren aanwezig. Het bruidspaar zit rechts van het midden. Achteraan staan van links naar rechts hun zoons Gerard (13.47), Cornelis (13.49) en Anthonij (13.45), hun dochter Neeltje (13.51), Mijntje Nap (een zuster van de hierna genoemde Trijntje Nap, zij hielp mee in het gezin), hun zoons Maarten (13.48) en Gerrit (13.43), hun dochter Jannigje (13.52) en Marinus Middelman (de man van Dirkje). De drie zittende jongere vrouwen op de middelste rij zijn van links naar rechts Maartje van Os (de vrouw van Gerard), Trijntje Nap (de vrouw van Anthonij) en hun dochter Dirkje (13.46). De kleinkinderen staan en zitten tussen hen in.

Twee van de vijf zoons, Anthonij en Gerard, hadden nakomelingen met de naam Beijen. Over hen wordt verderop op deze pagina meer gezegd.
Gerrit (1877-1941) bleef in Zoeterwoude wonen en was ongetrouwd. Hij was, zoals hij het zelf noemde, 'Vee-Verloskundige en Castreur', en hield zelf ook vee.
Maarten (1885-1962) was veehouder in Oudenrijn bij Utrecht. Hij trouwde in 1943, toen hij al 57 was, met Maria Margaretha Posthouwer. Zij hadden geen kinderen.
Cornelis (1887-1956) was ongetrouwd. Hij had een boekwinkel in de Nieuwsteeg in Leiden en woonde samen met zijn ongetrouwde zusters Jannigje en Neeltje in een huis in de Leidse Meloenstraat.

Anthonij (Toon) Beijen

Anthonij Beijen (13.45), die meestal Toon of Anton werd genoemd, werd in 1879 geboren in Linschoten. Hij vertrok in 1903 naar Harmelen, waar hij koetsier werd bij de welgestelde familie Viveen. In 1907 trouwde Toon met Trijntje Nap, die in 1882 geboren was in Woerden. Zij kregen in Harmelen zeven kinderen. In 1920 verhuisde het gezin naar de buurtschap Breeveld aan de Harmelense kant van de gemeente Woerden. Daar kregen ze nog een kind en overleed een van de andere kinderen.
In 1924 ging Toon voor zichzelf beginnen als melkhandelaar in Kamerik. Het gezin woonde in het dorp aan wat nu de Mijzijde heet. In 1926 werd daar de jongste dochter geboren.

Op de foto hieronder zijn Toon en Trijntje te zien met zes van hun kinderen. Van links naar rechts: Leentje C.J. (14.62), Wijntje (14.61), Dirkje (14.60), Anthonie (14.58), Jannigje A. (14.56) en Alida W. (14.59).
De laatstgenoemde dochter, Ali, overleed in december 1935, nog maar 18 jaar oud. De foto moet kort voor haar overlijden zijn gemaakt.



In 1937 kocht Toon een boerderij op de plaats van het huidige Van Teylingenweg 48, midden in het dorp Kamerik, met daarachter liggende weilanden. Een deel van de grond werd enkele jaren later door de gemeente gekocht voor de uitvoering van een uitbreidingsplan. De melkzaak werd later overgenomen door Toons schoonzoon Arie van Stavel, de man van Dirkje.
Trijntje Beijen-Nap overleed in 1947, Toon Beijen in 1955.

De oudste zoon, Frederik Gerrit (14.54) (1908-1984) woonde jarenlang in diverse plaatsen in Zuid-Amerka als medewerker van een oliemaatschappij. Hij trouwde in 1946 in Rio de Janeiro met Liselotte Hennig. Zij kregen twee zoons.
De tweede zoon, Anthonie (14.58) (1916-1990) trouwde in 1951 in Gouda met Elisabeth F.H. Hoogerwaard. Zij kregen drie dochters. Het gezin woonde in de jaren vijftig enkele jaren in Canada. Daar werd hun middelste dochter geboren. Later kwamen ze weer terug naar Nederland.

Gerard Beijen

Gerard Beijen (13.47) werd in 1883 geboren in Linschoten. In juli 1904, toen hij 20 jaar was en nog bij zijn ouders in Leiderdorp woonde, trouwde hij met de 19-jarige Maartje van Os, die in Leiden geboren was.

In november 1904 werd hun eerste zoon, Frederik, geboren. Gerard en Maartje woonden toen in bij de moeder van Maartje, die ook Maartje van Os heette en in Zoeterwoude woonde. Ruim zeven maanden later, in juli 1905. overleed de kleine Frederik. Hij was toen niet bij zijn ouders in Zoeterwoude, maar bij zijn oom Toon Beijen en diens vrouw in Harmelen. De reden daarvoor is niet duidelijk; misschien kon zijn moeder op dat moment niet goed voor hem zorgen.

Een toevalligheid: toen Toon Beijen in het gemeentehuis van Harmelen kwam om het overlijden van zijn neefje Frederik aan te geven, trof hij daar zijn plaatsgenoot Frederik Coenraad Versteegt, die de geboorte van zijn zoontje Gerrit kwam aangeven. Beijen ondertekende als getuige de geboorteakte van Gerrit, en Versteegt deed hetzelfde voor de overlijdensakte van Frederik. Jaren later, in 1944, trouwde Gerrit Versteegt, die inmiddels al bijna 39 was, met de 30-jarige Gerritje Beijen, een dochter van Toon. Beide families woonden inmiddels in Kamerik.

Daarna vonden Gerard en Maartje een huis voor henzelf in Voorschoten. In 1906 en 1909 werden daar twee kinderen geboren. Daarna woonden ze in Sassenheim aan de Warmonderdam. Daar kregen ze in de jaren 1911-1917 drie kinderen. In 1919 verhuisde het gezin naar Noordwijk, waar in de jaren 1920-1928 nog vijf kinderen werden geboren. Vanaf omstreeks 1928 woonden ze daar aan de Herenweg.
Gerard werkte vooral als landarbeider. Daarnaast bewerkte hij ook grond bij zijn eigen huis en hield hij dieren.

Hierboven staan twee foto's van Gerard en Maartje; rechts met een kleinkind.
Gerard Beijen overleed in 1945 in Noordwijk, Maartje Beijen-van Os in 1966.

Freek Beijen verongelukt

Frederik Beijen (14.65), de tweede zoon van Gerard en Maartje, werd geboren op 25 april 1909. Hij had dus dezelfde voornaam als het jong overleden eerste kind. Al voordat hij 20 was begon hij met het kweken en op landelijke schaal verhandelen van bloembollen. De advertentie links stond in de Leeuwarder Courant van 16 februari 1929, de advertentie rechts in het Twentsch Dagblad Tubantia van 25 juli 1930.

Op zaterdag 5 mei 1934 reed Freek Beijen 's avonds laat op zijn motorfiets over de Rijnsburgerweg in Leiden in de richting Noordwijk. Hij was toen 25 jaar. Zijn verloofde Bertha Bechthold zat bij hem achterop. Kort voor de Johan de Wittstraat haalde hij een vrachtwagen in. Op dat moment minderde de vrachtwagen vaart omdat er vanaf rechts een bus aankwam. Freek merkte dat te laat en reed met grote snelheid tegen de bus. Bij aankomst in het ziekenhuis was hij al overleden. Zijn verloofde overleed een etmaal later.


   De volgende pagina

De voorpagina
Het inhoudsoverzicht

De bovenkant van de pagina
Zoeken op deze website

Reacties of vragen