De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie

Maarten Beijen (1842-1917) en zijn nakomelingen

Maarten Beijen Gerritszoon

Maarten Beijen (12.18) was de oudste zoon van Gerrit Beijen, die genoemd wordt aan het eind van de vorige pagina. Hij werd in 1842 geboren in Bodegraven. In 1873 trouwde hij met Adriana Kerkhoven, die ook uit Bodegraven kwam. Maarten en Adriana kregen tien kinderen, van wie er drie op jonge leeftijd overleden.

Maarten zette het boerenbedrijf voort op de boerderij aan de Zuidzijde in Bodegraven (boerderij A van de pagina Beijen-boerderijen in Bodegraven). Die boerderij was eigendom van zijn vader geweest, maar om de erfenis onder de kinderen te kunnen verdelen was hij in 1874 verkocht aan een belegger.
Maarten pachtte de boerderij tot 1901. Daarna vertrok hij met zijn gezin naar een huis aan de Lage Rijndijk in Leiden, waar hij melkslijter werd.



De foto hierboven is gemaakt in Leiden, waarschijnlijk in of kort na 1905. Behalve Maarten en Adriana zijn vijf van hun kinderen te zien: achteraan van links naar rechts: Margo (13.37), die getrouwd was met Rijk ten Brummeler, Dirkje (13.33), die ongetrouwd bleef, Maria (13.34), die getrouwd was met Willem van Dolder, en Gerrit (13.35), die getrouwd was met Cornelia Touw. Vooraan zit de jongste zoon, die net als zijn vader Maarten Beijen (13.42) heette.

In 1911 verhuisden Maarten en Adriana van de Lage Rijndijk naar de Willemstraat in Leiden. Nadat Maarten gestopt was met de melkhandel, trokken ze in 1916 in bij hun dochter Magcheltje (Marie) Beijen (13.41) en hun schoonzoon Johannes van Nood die een melkzaak aan het Levendaal 169 in Leiden hadden. Op de foto hieronder staat Van Nood met zijn melkkar voor zijn winkel.



In 1917 verhuisden Maarten en Adriana naar Aarlanderveen. Ze gingen daar bij hun dochter Maria en haar man Willem van Dolder wonen. Maarten overleed daar in oktober 1917. Adriana overleed in 1922, toen Aarlanderveen inmiddels onderdeel was geworden van de gemeente Alphen aan den Rijn.

Maarten Beijen junior (1893-1941)

Maarten Beijen (13.42), de jongste zoon van de hiervoor genoemde Maarten, werd in 1893 geboren in Bodegraven. Hij verhuisde in 1901 met zijn ouders naar Leiden. In 1913 trouwde hij daar met Jacoba Johanna van der Kamp. Maarten werkte in die tijd als kelner. Hieronder foto's van Maarten en Jacoba.


Het eerste kind van Maarten en Jacoba overleed in 1914 als baby. In 1916, een maand nadat hun tweede kind was geboren, overleed Jacoba.

Maarten verhuisde naar Den Haag, waar hij trambestuurder bij de HTM werd. Hij hertrouwde daar in 1919 met Jansje Drenth. Rechts de trouwfoto van Maarten en Jansje.
Uit dit huwelijk werden nog vier kinderen geboren.

Maarten Beijen overleed in 1941 in Den Haag, Jansje Beijen-Drenth in 1965 in Voorburg.

Hieronder een foto met een tram en een aantal personeelsleden van de HTM. Maarten Beijen is de tweede van rechts.

Jan Beijen, piloot in Nederland en Nieuw-Zeeland

De jongste zoon van Maarten Beijen en Jansje Drenth, Jan Beijen (14.53), werd in 1932 geboren in Den Haag. Rond 1951 werd hij vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht.

Gered met zijn schietstoel
In november 1953 was Jan Beijen met zijn Thunderjet-straaljager tegelijk met elf anderen voor een oefenvlucht opgestegen van de vliegbasis Welschap bij Eindhoven. Toen er plotseling een dichte mist opkwam, moesten de vliegers hun vlucht afbreken. Tien van de twaalf konden hun toestel in Nederland of Duitsland aan de grond zetten, maar Jan Beijen en een ander hadden problemen omdat hun brandstof opraakte. Zij moesten hun toestel met hun schietstoel verlaten. De Gelderlander van 19 november 1953 schreef over Jan Beijen:
Bij Wanroy is kort na drie uur een der straaljagers neergestort. Tengevolge van de zware grondmist was op de vliegbasis Eindhoven zeer grote stagnatie ontstaan en ook dit vliegtuig moest in verband daarmede een landing uitstellen. Op de vliegbasis Volkel kon het toestel evenmin direct terecht. Inmiddels was de brandstof van de Thunderjet opgeraakt en de piloot, sergeant-vlieger Beijen uit Den Haag, zag nog slechts één uitweg om zijn leven te redden: zichzelf met de schietstoel uit het toestel schieten en verder met de parachute de grond bereiken. Boven de Wanroyse Peel verliet de piloot op deze wijze het vliegtuig. Hij kwam behouden op een weiland terecht en bleef vrijwel ongedeerd. Hij kreeg slechts een lichte verwonding aan de knie, ter hoogte waarvan zijn broekspijp was gescheurd. De heer A.J. Ras, het hoofd van de school in Wanroy Peel, ontfermde zich over de vlieger, die ten huize van de familie Ras op thee en sigaretten werd onthaald en weldra weer zijn zenuwen de baas was. Met de fiets van de heer Ras ging hij zelf de parachute, die hij had achtergelaten, ophalen. Nadat via het gemeentehuis te Wanroy telefonisch contact met Eindhoven en Volkel had plaats gehad, werd de heer Beijen ongeveer een uur nadien met een jeep van de Kon. Luchtmacht afgehaald.
Het vliegtuig vloog nog een eind door, kwam op de grond, stuiterde omhoog en sprong in honderden brokstukken uit elkaar. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor.

Een moedige reddingspoging
Op 1 maart 1955 mislukte de start van een Thunderjet-straaljager van de vliegbasis Welschap. Het toestel kwam niet los van de grond en reed dwars door de omheining en over een weg het Beatrixkanaal in. Jan Beijen en vier anderen zagen het gebeuren en renden naar het kanaal. Om te proberen de piloot te redden sprongen ze in het ijskoude en met ijsschotsen bedekte water. Helaas was de piloot al overleden.

Jan Beijen kreeg als dank voor zijn moed de koninklijke "Erepenning voor menslievend hulpbetoon". De penning en het daarbij behorende diploma, dat namens koningin Juliana was ondertekend, zijn nog steeds aanwezig bij de familie van Jan Beijen in Nieuw-Zeeland.

Rond 1960 emigreerde Jan Beijen naar Nieuw Zeeland. Hij werkte daar als piloot bij Rudnick Helicopters. In 1962 trouwde hij in Christchurch met Marjorie Blackwood, die daar in 1936 geboren was. Zij kregen vijf kinderen.
Hieronder links een foto van Jan die gemaakt is in Den Haag en rechts een foto uit Nieuw-Zeeland.


In 1969 maakte Jan met een copiloot een helikoptervlucht boven de Karangarua Valley aan de westkust van het Zuidereiland. De helikopter stortte neer en beiden kwamen om het leven. Het jongste kind van Jan en Marjorie was toen nog maar vier maanden oud.
Marjorie overleed in 2017 in Christchurch. Alle nakomelingen van Jan en Marjorie wonen in Nieuw-Zeeland.


   De volgende pagina

De voorpagina
Het inhoudsoverzicht

De bovenkant van de pagina
Zoeken op deze website

Reacties of vragen